Voorkomen: |
Nederland algemeen voorkomend |
Vliegtijd: |
half april begin september, 2
generaties |
Biotoop: |
bosachtige gebieden vooral op
hogere zandgronden. |
Waardplant: |
Ruwe berk (Betula pendula);
beuk (Fagus sylvatica); zomereik (Quercus robur);
ratelpopulier (Populus tremula); Hazelaar (Corylus
avellana); zwarte els (Alnus glutinosa); Boswilg (Salix
caprea). |
Rups: |
35 mm;juni / oktober,
lichaam bleek blauwachtig groen, soms met een rozeachtig
purperen of een bleek okerkleurige zweem; op de flanken een
geelachtig witte lengtestreep met daarin achter elk spiraculum
een rood veegje; segment elf met een paar roodgepunte wratten op
de rugzijde; kop lichtgroen of okerkleurig |
eitjes: |
wit, rond, aan de onderkant
van een blad |