Tweekleurige
parelmoervlinder / Melitaea didyma
Sp 35-50mm
|
Voorkomen:
Centraal + Z-Europa, NW-Afrika, Turkije,M-Oosten, Slechts als dwaalgast in Nederland en Begië. |
Vliegtijd:
1 tot 3 generaties.april-september
(Europa). NW-Afrika maart/oktober. |
Biotoop:
Droge bloemrijke zure grasland en droge kalkgrasland,
rotsachtige geulen, verwaarloosde en marginale landbouwgronden. |
Waardplanten: Vlasleeuwenbekje (Linaria vulgaris)Alpenleeuwenbek (Linaria
alpina); Grootbloemige vingerhoedskruid
(Digitalis grandiflora); Ereprijs(Veronica);
Smalle weegbree
(Plantago lanceolata) |
Eitjes:
Worden in groepjes
afgezet. |
Rups + pop:
Zwart met witte
pikkeltjes en wit en lichtbruine doornen, later zijn zw wit/geel
met zwarte tekening. Kleine rupsen overwinteren, vaak beschut
door de bladeren, grotere rupsen zitten vaak op de top van
grasstengels te rusten. Ze ver-poppen meestal
aan droge grassten-gels. |
Pop:
is zwart/wit. |
|
|
Villacher alpe, Karinthië, Oostenrijk, augustus 2006 |
|
 |
|
|
Villacher alpe, Karinthië,
Oostenrijk, augustus 2006 |
|
|
 |
|
|
Villacher alpe, Karinthië,
Oostenrijk, augustus 2006 |
|